Product Overview
Samenvatting
Aisopos (circa 620 tot 560 v. Chr.) is de schepper en de grootmeester van de Griekse fabels. Deze gebochelde analfabeet en slavenzoon heeft een schat aan wijze en hoogst originele levenslessen nagelaten aan de hand van eigenaardigheden van vooral dieren, maar ook van mensen en zaken. Voor de oude Grieken waren de Aisopische fabels een bron van vermaak en inspiratie. De korte, moralistische vertellingen werden gebruikt door redenaars om de aandacht van het gehoor te trekken en de discussie over ethiek te openen. In de christelijke tijd werden de zedenlessen die elke fabel afsluiten, benut door geleerden en monniken. De laatsten maakten bij het kopiëren hun eigen variant en vlochten zelfs Bijbelspreuken in. Onze taal kent nog tal van uitdrukkingen die rechtstreeks teruggaan op deze vindingrijke Griek. Begrippen als 'apenliefde' en 'de kip met de gouden eieren', de zegswijzen 'de druiven zijn zuur', 'de kat de bel aanbinden' en 'de Moriaan schuren' zijn hiervan sprekende voorbeelden. Hein van Dolen, die een reputatie heeft opgebouwd met zijn vertalingen uit het Oudgrieks, heeft deze bondige en kleurrijke verhalen waarin dieren een hoofdrol spelen, sprankelend vertaald. Bovendien voegde hij een aantal sprekende afbeeldingen toe van de hand van Gherardo di Giovanni, ontleend aan een vijftiende-eeuws Florentijns manuscript uit de bibliotheek van Piero de' Medici. Het boek wordt afgesloten met een nawoord van de hand van Gert-Jan van Dijk, specialist op het gebied van de antieke fabels.