Product Overview
Samenvatting
Maurice Giliams (1900-1982) wordt meer en meer beschouwd als een van de belangrijkste Vlaamse auteurs uit de afgelopen eeuw. Bij het eeuwfeest van zijn geboorte werden er twee tentoonstellingen aan hem gewijd, verschenen er talloze publicaties en vonden er colloquia plaats in Amsterdam, Gent en Nijmegen. Dit nieuwe boek van Martien J.G. de Jong besluit met een literairhistorische plaatsbepaling waarin alle teksten van Gilliams naar genre worden besproken. Daaraan vooraf gaan vijf hoofdstukken over verschillende aspecten van Gilliams' werk en zijn karakter als schrijver. Martien de Jong doet ondermeer uit de doeken hoe de zogenaamde dagboeken van Gilliams tot stand kwamen en wat ze waard zijn als biografische documenten. Ook gaat hij uitvoerig in op de volstrekt eigenzinnige wijze waarop Gilliams de kunstkritiek beoefende en zelf zijn eigen dichter-mythe als schilder op paneel bracht. Een en ander leidt tot verrassende interpretaties van James Ensor en Henri de Braekeleer. Voor lezers met problemen tegenover de 'moeilijke' poëzie van Maurice Gilliams is er een ontleding van enkele prachtige gedichten, die in de context van Gilliams' overige werken worden geplaatst. In een grondig gedocumenteerd hoofdstuk doet Martien de Jong ook het spannende verhaal van de redenen waarom Gilliams tot veler verbazing de herdruk verbood van het omvangrijke tweede deel van zijn roman Elias of het gevecht met de nachtegalen en de wijze waarop dit klassiek geworden werk ontvangen werd in de toenmalige kritiek.