Product Overview
Samenvatting
Ze kwamen in de donkerste nacht van de eenentwintigste eeuw terug. Was het op tijd? Moeder aarde kreunde van diepe pijn. Het beest van bot egoïsme en plat materialisme zat op de troon. Het angstig geloof van eigen volk eerst en ons geloof alleen werd alom gepredikt. Het kwaad zelf kreeg de macht, verduisterde het licht, verkilde de warmte, verstikte de koelde.
Drie ridders- of waren het koningen of profeten- verschenen op de heilige berg zoals eeuwen geleden. Eenvoudig, als herders gekleed. Hun gezichten lichtten op in het flakkerende licht van een houtvuur. Heilig vuur schitterde in hun ogen.
'Wat doen we nou?', vroeg Boeddha: 'Miljarden mensen zijn verdwaald, van het pad af'.
'Onze volgelingen doden elkaar en vernietigen de aarde. Wie weet er nog van vergeving en verzoening?', zuchtte de Profeet.
'Waar is onze liefde gebleven?', vroeg Jezus.
Ze luisterden naar de stilte van de nacht, hout knapte en siste in het vuur, vonken regenden omhoog. Uit het dal klonk angstig roepen van schapen, droevig janken van wolven. De mannen stonden op. Ze omhelsden elkaar, gingen hun eigen weg. Bergafwaarts. Naar de mensen toe.