Product Overview
Samenvatting
"De computer in het welzijnswerk"" bevat voornamelijk opdrachten die gebaseerd zijn op het uitvoerend werk van de welzijnswerker. Dit betekent dat de aanwezigheid van basisvaardigheden met betrekking tot computergebruik verondersteld worden. Bij elke opdracht wordt aangeven welke basisvaardigheden toegepast worden. De cursist kan dus experimenteren met een basisvaardigheid voordat hij een opdracht uitvoert. Cursisten die voldoende basisvaardigheden beheersen, kunnen zelfstandig met de opdrachten aan de slag. Een cursist die durft te experimenteren, kan goed uit de voeten met de opdrachten uit het boek. Zelfstandige cursisten die af en toe toch wat feedback wensen kunnen de proeftoets maken. De cursist die nog helemaal aan het begin staat in de ontwikkeling van computervaardigheden, kan ondersteuning vragen bij een docent of klasgenoot, of aan de slag gaan met een basisinstructieboek."