Product Overview
Samenvatting
In de arbeidsrechtpraktijk komt het geregeld voor dat partijen het met elkaar eens worden over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Opmerkelijk is dat partijen er in die gevallen vaak voor kiezen om aan de arbeidsovereenkomst een einde te maken met tussenkomst van de kantonrechter of de CWI - men spreekt dan van een 'geregelde' of 'pro forma'-procedure - in plaats van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen. Door een geregelde procedure te volgen, trachten partijen het recht op WW-uitkering voor de werknemer veilig(er) te stellen.In dit boek gaat de auteur uitgebreid in op de mogelijkheden die het arbeidsrecht en de Werkloosheidswet, mede in hun onderlinge verband bezien, partijen laten om met betrekking tot de beëindiging van de arbeidsovereenkomst afspraken te maken. In het arbeidsrechtelijke deel van dit boek gaat de auteur onder meer in op de beëindiging met wederzijds goedvinden, de geregelde procedure en de afspraken die partijen op collectief niveau met betrekking tot de beëindiging van de (individuele) arbeidsovereenkomst kunnen maken. In het werkloosheidsrechtelijke deel komt de vraag aan de orde op welke wijze in de WW met beëindigingsvergoedingen rekening gehouden wordt en de vraag in welke mate vanuit de WW van de werknemer verwacht wordt dat hij zich tegen ontslag verweert. In het slotdeel van dit boek gaat de auteur uitgebreid in op de 'ins and outs' van de pro forma-problematiek.